5-uitkomsten-voor-dmos-om-bij-te-dragen-aan-de-transitie-van-het-landelijk-gebied

Hoe kunnen DMO’s bijdragen aan en inspelen op de transitie van het landelijk gebied?

Grote uitdagingen die ruimte vragen

Het landelijk gebied in Nederland staat voor grote uitdagingen die ruimte vragen, zoals het ontwikkelen van een duurzame(re) landbouw, waarborging van waterkwaliteit en klimaatbestendigheid, stikstofopgave, woningbouwopgave, het behouden en versterken van cultureel erfgoed, productie van nieuwe energievormen en het verbeteren en beschermen van biodiversiteit. Naar aanleiding van deze grote opgaven heeft Famke van Dommelen, inmiddels afgestudeerd inTourism Mangement aan Breda University of Applied Sciences, in de eindfase van haar opleiding onderzoek gedaan in opdracht van Destinatie Nederland. Het onderzoek richtte zich op de rol van Destinatie Marketing Organisaties (DMO’s) en City Marketing Organisaties (CMO’s) bij de transitie van het landelijk gebied. Hiervoor sprak zij met diverse DMO’s en experts van landbouworganisaties, evenals natuurorganisaties.

Wat zijn de rollen van een DMO bij de transitie van het landelijk gebied?

Bij de transitie van het landelijk gebied zijn er verschillende rollen voor DMO’s mogelijk, zoals:

  • De promotionele rol, het promoten van streekproducten, agrotoerisme bedrijven en fiets -en wandelpaden.
  • De ontwikkelrol, het ontwikkelen van een product en/of aanbod en vermarkten van gethematiseerde routes.
  • Een stimulerende rol op het gebied van korte distributie ketens van streekproducten.
  • Een verbindende rol om regionale samenwerkingen te stimuleren.
  • De educatieve rol om recreanten informatie te verstrekken over het gebied en het sturen van het gedrag van recreanten naar een positieve gedragsverandering ter bescherming van de natuur.
  • Een adviserende rol door het faciliteren van kennissessies waarbij mogelijkheden en kansen gedeeld worden met agrariërs die willen verbreden in de toeristische-recreatieve sector. Een andere adviserende rol is het bezoekersperspectief inbrengen bij leegstand in het landelijk gebied.
  • Een aanjagende rol, dit kan zijn op het gebied van bestemmingsontwikkeling, het versterken van toegankelijkheid routenetwerken en het stimuleren van natuurinclusief ondernemen.
  • De agenderende/beïnvloedende rol, lobbyen om het belang van de toeristisch recreatieve sector op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau meer onder de aandacht te brengen. DMO’s kunnen in deze lobby aandacht vragen voor ruimte voor de toeristisch-recreatieve sector voor bewoners en bezoekers door middel van het aanhaken bij gebiedstafels voor het intekenen van de ruimtelijke ordening.

Waar liggen de samenwerkingskansen met de landbouw- en natuursector?

De domeinen natuur en landbouw zijn nauw betrokken bij de ruimtelijk ordening in het landelijk gebied en daarom is er binnen dit onderzoek gekeken naar de samenwerkingskansen met deze partijen. De natuurorganisaties zien kansen op het gebied van spreiding van recreanten in natuurgebieden, marketing van natuurbelevenissen om meer kwalitatieve bezoekers aan te trekken en een informatieve rol om het gedrag van recreanten te verbeteren. De landbouworganisaties zien de ontwikkeling van zakelijk toerisme in het platteland bevorderen en agrariërs adviezen geven over marketingactiviteiten en doelgroep bepaling als een samenwerkingskans met DMO’s.

Aanbevelingen

Op basis van de resultaten uit het onderzoek zijn er vijf acties voor DMO’s geformuleerd voor een grotere bijdrage aan de transitie van het landelijk gebied. Deze acties worden in onderstaande afbeelding weergegeven:

 

 

 

 

 

Vervolg

Tijdens een kennissessie op 13 september hebben DMO’s met elkaar gesproken over dit onderwerp. Het is nu dan ook aan de diverse DMO’s om in gesprek te gaan in de eigen regio/provincie. Daarnaast wordt er op landelijk niveau vanuit Destinatie Nederland aangestuurd op verbindingen leggen, samenwerking aanjagen en kennisdelen binnen- en buiten de sector.

%d bloggers liken dit: